Waar komt het woord 'gevel' vandaan?
Ateamologische Studie

27 dec 2008

'De punt van een eiland', 'bergtop': gevel is niet zo plat. De gevel is constructieve vorm. Het woord 'gevel' is verwant aan gaffel en khepalè. Een gaffel is een tweetandige stok of vork, gevel zou slaan op de gevorkte steunbalken die het dak dragen. Het Griekse khepalè betekent 'hoofd' met connotaties naar stijfkop en het (opper)hoofd van een opstand. Verenigbaar want de balken die het dak (en de dakbalken) dragen zitten aan de kop van een gebouw. In die zin heeft een architect als ONL de gevel nieuw leven ingeblazen.

 

Het oud Noorse gafl wordt genoemd: 'eindmuur van een huis' en 'eilandpunt'. Een verband met geweld en geweer is niet uit te sluiten. In de 17e eeuw was giebel in bepaalde Duitse regio's een concurrent van gipfel voor de aanduiding van bergtoppen.

Gevel was eerst de vertikale begrenzing van een zadeldak, het driehoekige vlak onder een zadeldak. De balken werden aan het oog onttrokken, net als bij de latere trap-, hals- en klokvlakken. Er is gelijkenis met façade. Het lijkt dat de anderstalige gevel, zeker het Engelse gable meer slaat op de driehoekige top(gevel) dan de Nederlandse gevel en het Duitse Giebel. Daar duidt het op elk (getekend) aanzichtsvlak van een gebouw. Zie ook het Woordenboek der Nederlandse Taal.
(Voorpublicatie 'GevelVisie')